Ter verduidelijking van de wetswijziging met betrekking tot vergoedingsrecht, een berekening:
Oude wetgeving voor 1 januari 2012:
Jullie (echtgenoot X en echtgenoot Y) zijn in gemeenschap van goederen getrouwd. Inmiddels hebben jullie samen een huis gekocht met een waarde van € 300.000. Echtgenoot X heeft een erfenis gekregen van € 75.000 met een uitsluitingsclausule. Echtgenoot Y komt niets van deze erfenis toe. Maar er wordt wel besloten dit geld te gebruiken voor de aankoop van de woning waardoor er een lagere hypotheek afgesloten wordt. Namelijk:
Koopsom woning: |   € 300.000 |
Erfenis met uitsluitingsclausule: |   €  75.000 |
Hypotheek (aflossingsvrij): |   € 250.000 |
Jullie besluiten te scheiden en het huis wordt verkocht voor €400.000. De verdeling van de gemeenschap met betrekking tot het huis is als volgt.
Opbrengst woning: |  € 400.000 |
Min ingebracht vermogen met uitsluitingsclausule: |  €  75.000 |
Hypotheek (aflossingsvrij): |  € 250.000 |
Gelijk te verdelen tussen echtgenoot X en Y |  €  75.000 |
Echtgenoot X ontvangt € 75.000 + € 37.500. Echtgenoot Y ontvangt € 37.500.
Wet Aanpassing Wettelijke Gemeenschap van goederen na 1 januari 2012:
Bij de nieuwe regelgeving komt ook de ‘beleggingsleer’ aan echtgenoot X toe, omdat mede door dit ingelegde vermogen rendement behaald is. De beleggingsleer is alleen van toepassing wanneer de investering na 1 januari 2012 is gedaan.
Echtgenoot X heeft voor 25% van de waarde van de woning geïnvesteerd. Namelijk € 75.000 van € 300.000. Pas je vervolgens de beleggingsleer toe, dan betekent dit dat echtgenoot X ook 25% van de waarde van de woning toekomt. De woning is verkocht voor een bedrag van € 400.000 x 25% = € 100.000.
Dit betekent dat er nog € 300.000 over is om de hypotheek (€ 250.000) af te lossen en het restbedrag (€ 50.000) evenredig te verdelen tussen de echtgenoten.
Echtgenoot X ontvangt €100.000 + €25.000. Echtgenoot Y ontvangt €25.000.